Op het eind van het concert bij een overwegend instrumentale versie van Rainy Day Women #12 & 35 ging de zaal helemaal los. Al die swingende oude mannen in het publiek wekte verbazing bij enkele jonge bezoekers achter ons.
Bob Dylan is nog altijd in staat een kleine revolutie te ontketenen. Dat gebeurde tegen het eind van zijn concert in Ahoy, toen hij onweerstaanbaar swingend Highway 61 Revisited inzette. Tot dan toe was de avond keurig verlopen. In zwart pak, witte schoenen en wit overhemd, begon de kleine man aanvankelijk nogal afgemeten aan een paar oude hits: You ain't going nowhere en Just like a woman. Op het podium stond een gitaarband oude stijl: drummer, basgitarist, gitarist en steelgitarist, waarbij Dylan zelf puntig de slagpartij invulde en af en toe soleerde op êên enkele noot. Even hecht als soepel liet de groep haar veelzijdigheid horen. Bij eenvoudige folkballades lag het accent op een akoestische aanpak, bij opgekrikte bluessongs ging de elektrische versterker een eind open. Zonder enige overdaad.
Waar generatiegenoten als de Stones willen imponeren met steeds grotere spektakelstukken, was bij Dylan elke vorm van show afwezig. Evenmin maakte hij zich schuldig aan onzichtbare hulpmiddelen als samples of tapeloops. Je hoorde wat je zag. Zo kreeg het gebeuren op het podium een tijdloos aanzien.Dat werd
ook in het publiek weerspiegeld. De achtduizend fans zaten devoot in keurige rijen toe te kijken. Een enkeling, die zich dansend in het middenpad waagde, werd met zachte hand naar zijn plaats teruggewezen.
Ondertussen speelde Dylan soms haast onherkenbare versies van oude hits. Zelfs het onontkoombare The times they are a-changing maakte pas bij het refrein een aha-reactie los. Recente nummers kwamen nauwelijks aan bod. Toen zei de kleine man opeens onverstaanbaar iets tegen het publiek. Hij zakte iets door zijn knieën en zette Highway in. Er stonden een paar mensen op, en nog een paar, de handen klappend boven het hoofd. Een groepje drong dansend naar voren, de security snelde toe, maar werd beetgepakt om mee te doen. En opeens stond de
hele zaal juichend overeind, meegesleept door een innerlijke vreugdedans en aangemoedigd door handgeklap. Een triomfantelijk moment. Even was de geest van de jaren zestig terug, en kon het publiek eensgezind een oud refrein meegalmen: 'êêêverybody must get stoned'.
Concert gezien 15 juni, Ahoy Rotterdam.
6-8, 12 acoustic with the band. Bob Dylan's acoustic guitar on Desolation Row is not correctly plugged in.